Tot het getoetste vermogen behoren het saldo van de bezittingen en schulden van Erfpachter en medebewoners, waaronder spaargeld, beleggingen of andere bezittingen als bedoeld in artikel 5.3 van de Wet Inkomstenbelasting 2001 (‘box 3-vermogen’), alsmede vermogensbestanddelen behorende tot een onderneming die Erfpachter – al dan niet tezamen met diens partner of met derden- drijft en aandelen in een rechtspersoon waarin Erfpachter een aanmerkelijk belang heeft in de zin van artikel 4.6 van de Wet Inkomstenbelasting 2001 (‘box 2-vermogen’), vermeerderd met enig bedrag dat vrijwillig (extra) is afgelost op de (hypothecaire) financiering van het recht van erfpacht en/of geïnvesteerd is in verbeteringen zoals bedoeld in de Overeenkomst zonder toestemming van BKZ, ontvangen schenkingen, transitie- of ontslagvergoeding boven het wettelijk vastgestelde transitiebedrag.